Moeder stelt dat, nu er geen omgang meer is tussen kind en vader, de zorgkorting van 15% waarmee bij de berekening van de kinderalimentatie rekening is gehouden moet komen te vervallen. Zij verzoekt de kinderalimentatie daarom met 15% te verhogen.
Rechtbank: zorgkorting wordt toegepast op behoefte kind en niet op de alimentatie zelf. Dat betekent dat er een geheel nieuwe berekening zou moeten worden gemaakt. Daarvoor ontbreken echter de stukken. Verzoek moeder moet daarom worden afgewezen.
Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Mochten partijen in onderling overleg tot herberekening van de alimentatie komen op grond van het feit dat er geen omgang is, dan lijkt een wijziging van de zorgkorting aangewezen van 15% naar 5%. De rechtbank verwijst hiervoor naar het Rapport Alimentatienormen, waarin is vermeld dat de zorgkorting tenminste 5% van de behoefte bedraagt. Uitzonderingen op de toepassing van de zorgkorting zijn mogelijk als de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf niet heeft, zijn verplichting tot omgang niet nakomt. Hiervan is in dit geval geen sprake, omdat het niet aan vader te wijten is dat er geen omgang is.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.OkNeePrivacy policy
Je kunt je toestemming op elk moment intrekken met de knop toestemming intrekken.Revoke cookies
Rechtbank: zorgkorting wordt toegepast op behoefte kind en niet op de alimentatie zelf. Dat betekent dat er een geheel nieuwe berekening zou moeten worden gemaakt. Daarvoor ontbreken echter de stukken. Verzoek moeder moet daarom worden afgewezen.
Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Mochten partijen in onderling overleg tot herberekening van de alimentatie komen op grond van het feit dat er geen omgang is, dan lijkt een wijziging van de zorgkorting aangewezen van 15% naar 5%. De rechtbank verwijst hiervoor naar het Rapport Alimentatienormen, waarin is vermeld dat de zorgkorting tenminste 5% van de behoefte bedraagt. Uitzonderingen op de toepassing van de zorgkorting zijn mogelijk als de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf niet heeft, zijn verplichting tot omgang niet nakomt. Hiervan is in dit geval geen sprake, omdat het niet aan vader te wijten is dat er geen omgang is.