Moeder overleed in 2009. Grootouders kind (2008) moederszijde, die in het Verenigd Koninkrijk wonen, vragen in kort geding omgangsregeling en regeling voor telefonisch contact. Het zit hun oa dwars dat vader kennelijk meent dat zijn tweede vrouw het verlies van hun dochter bij het jongetje kan goedmaken. Ze vinden het belangrijk voor jongetje’s identiteit dat hij ook contact houdt met familie overleden moeder.
Hof: grootouders ontvankelijk in hun verzoek, gezien aard/frequentie contacten die er tot 2017 met kleinzoon waren. Sprake van nauwe persoonlijke betrekking, gelet op afstand tussen woonplaats kind en het VK. Ook speelt mee dat grootouders de enige schakel zijn met de overleden moeder. Tevens spoedeisendheid. Doch onderzoek of gevraagde omgangsrooster in belang kind is, leent zich niet voor behandeling in kg. Wel voorlopige regeling belcontacten. Evenals de voorzieningenrechter verwacht ook het hof van de vader dat hij ervoor zorg draagt dat de minderjarige in de gelegenheid wordt gesteld om onbelast contact met zijn grootouders te hebben. Dit houdt meer in dan alleen maar meedelen aan de minderjarige dat de vader het geen enkel probleem vindt als hij zijn grootouders wil bellen. De vader zou zijn zoontje enthousiast kunnen maken voor de telefoongesprekken met zijn grootouders door bijvoorbeeld met hem te bespreken dat hij zijn grootouders kan vertellen wat hij heeft meegemaakt op school, met zijn broertje enz.
Noot (familie)mediator: op de achtergrond in deze zaak speelde gezien de uitspraak van het Hof ook stiefmoeder een rol. In mediation hadden ook haar belangen en de relatie tussen haar en de ouders van de eerste echtgenote vd man in kaart gebracht kunnen worden. En de erkenning van haar als tweede moeder. Mogelijk zat daar een sleutel..