Rechtbank stelt vast dat Marokkaanse wetgeving de erkenning abi art. 10:95 BW niet kent. “Aannemen van vaderschap” vestigt namelijk geen familierechtelijke betrekkingen of verplichtingen t.a.v. zorg en vermogen kind.
Nu kind zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft en erkenning naar Ned. recht wél mogelijk is, is Ned. recht van toepassing op bevoegdheid Marokkaanse verwekker tot erkenning en de voorwaarden daarvoor.
Evengoed géén vervangende toestemming voor erkenning. Hechtingsrelatie moeder-kind zou hierdoor worden verstoord.